Ga direct naar: Hoofdinhoud

U.K. Subs' punklegende Charlie Harper: 'Punkrock never dies, it just needs a break'

Door Guido Segers | 20 jun 2023
Uk subs header
Foto: RAVEN | Persfoto U.K. Subs

Toen hij de U.K. Subs oprichtte, was Charlie Harper (geboren als David Charles Perez) al een veteraan in de folk en R&B scene. Hij kreeg het punkvirus te pakken en dat heeft hem nooit meer losgelaten. Zijn ogen fonkelen als hij praat over muziek, vooral over optreden en de wereld zien. Harper vierde pas zijn 79ste verjaardag en staat nog altijd meermaals per week op het podium. Althans, tot nu toe. Na deze tour zijn de U.K. Subs klaar met de tourbus en weken van huis zijn. Maar dat betekent niet dat ze geen shows meer geven, reageert de frontman verrassend fel: “We blijven gewoon spelen, maar dan in de weekenden. Ze zijn nog lang niet van ons af, maar dat uren in de bus zitten begint me aardig tegen te staan. Ik ben zo stijf als een plank na elke rit.” 

De zanger is niet de jongste meer. Hij heeft last van ischias en reumatische aandoeningen in zijn armen. Dat maakt het toeren met een punkband lastig en hij accepteert dat de tijd genadeloos doordraait. Steeds vaker verliest hij mensen uit zijn omgeving. Op zijn verjaardag kreeg hij bericht dat ex-U.K. Subs drummer Rab Fallon (bekend als Rab Fae Beith) overleden was na een lang gevecht met kanker. Zo’n moment raakt hem zichtbaar, maar bij de pakken neerzitten, daar zullen ze Harper niet op betrappen. Minder toeren betekent meer vrije tijd, en daar heeft hij zin in: “Zoveel vrije tijd is er niet hoor, we gaan in de weekenden gewoon shows en festivals doen. Waar ze ons maar willen hebben, wij komen! Ik kom net terug van drie dagen in het noorden. Daarna zijn we meteen doorgereden naar Brighton om The Ruts te zien spelen. Eindelijk heb ik tijd voor shows!”

Toch zijn het niet alleen de live shows die je verwacht. De zanger is namelijk gek op agrarische- en botenshows: “Ik ben altijd gek geweest op de zee. Ik wilde eigenlijk een boot kopen en daarop gaan wonen, maar toen ontmoette ik mijn vrouw en is het toch een huis geworden - hier kijkt hij over z’n scherm met een schelmengrijns naar zijn vrouw. En op mijn leeftijd vind je eten steeds belangrijker en op agrarische beurzen heb je veel lokale producten. Zo is er is altijd iets om naar uit te kijken en om te beleven. Ik wil trouwens graag nog een keer in IJsland spelen!”

Onprintbaar boek

Harper oppert dat hij nu ook meer tijd heeft om zijn boek over de band te schrijven. Dat is stiekem al een meerjarenproject. Niet vreemd, we hebben het over bijna 50 jaar, duizenden shows en een waslijst aan albums en singles. De frontman hoopt dat zijn uitgever het werk waardeert: “Het zijn eindeloos veel uren werk. Maar het is ook mooi om terug te blikken. Soms staan de tranen in mijn ogen, op andere momenten lig ik dubbel van het lachen over dingen die ik meegemaakt heb. Vaak achter de schermen, waar mensen geen weet van hebben. Zo was er een moment dat ik in bed lag te piekeren. Ik was gevraagd of ik een benefietshow wilde doen voor kinderen met kanker. Maar ik had geen band… Ik was net uit mijn eigen band getrapt, omdat de andere leden in stadions wilden spelen en ik niet. Dus waren ze zonder mij vertrokken. Wat moest ik nu doen? Ik ging bellen en regelde een nieuwe band, deed de show en ging op tour in de Verenigde Staten. De bandleden die me ontsloegen wilden in stadions spelen. Ik niet, maar ik stond in het Olympic Auditorium in Los Angeles op die tour voor 6.000 fans te spelen. Een stukje gerechtigheid, toch?”

Wanneer het boek uitkomt is al jaren onduidelijk en ook nu slaagt hij er zorgvuldig in om niks te zeggen wat in de buurt van een verwachte datum komt: “Als het langer duurt, dan is dat maar zo. Desnoods breng ik het zelf uit, want de ‘proofreader’ noemde het al ‘onprintbaar’. Er zitten zeker ‘shock-elementen’ in, maar het is geen normaal boek. Dit is voor zo’n uitgever iets exotisch, dit is punkrock!”

Betoverend geluid

Het was niet de eerste keer dat de muzikant uit z’n band getrapt werd. Sterker nog, zo zijn de U.K. Subs begonnen. Harper was een veteraan toen de punkbeweging opkwam. Daarvoor reisde hij rond als straatmuzikant en volgde de Rolling Stones in hun vroege jaren. Rod Stewart leerde hem mondharmonica spelen en hij verdiende ook nog zijn geld als kapper in de glamtijd. Punk veranderde alles. Mijmerend blikt de zanger terug: “Ik weet nog dat ik in twee bands speelde. Een jazzfunk band, zoals dat toen heette, en de andere was meer R&B. Op vrijdagavond gingen we vaak bands kijken in een club voor lesbiennes, genaamd Chaguaramas. We waren allemaal Bowie-fans en zo kleedden we ons ook. Daarom mochten we altijd binnen. Op een dag kwamen we daar en alles was anders. De muren waren zwart en de naam van de club was veranderd in The Roxy. Er speelden punkbands en dat geluid bekeerde mij meteen. Mijn band overtuigen duurde iets langer.” Nadat hij eindelijk zijn bandleden had overgehaald om The Damned te gaan zien, richtten de andere muzikanten prompt een punkband op. Wel zonder hun oudere frontman: “Ik denk dat ze die oude blues gast er niet bij hoefden te hebben. Zo gaat dat. Vervolgens heb ik nieuwe muzikanten gevonden en ben ik de U.K. Subs gestart.”

Wat maakte nou dat alles die dag veranderde? Harper moet hier even zoeken naar woorden. Het was namelijk de muziek, niet de politiek die hem trok: “Als muzikant, ben ik gefascineerd door de revolutie in geluid. Het zijn de kleine dingen die veranderen hoe je muziek beleeft. In de hippietijd had men het wel eens over het ritme gelijk brengen aan een hartslag en wat dat doet met je luisteraar. Dat proberen we met de U.K. Subs ook altijd, die kleine revoluties in geluid. We speelden eerst R&B, maar met zwaardere snaren voor een voller geluid. Daardoor klonken we al zwaar. In punk is dat logisch, je publiek bestaat namelijk niet uit alleen muzikanten. Het geluid van punk kan iedereen voelen en ervaren, omdat je brein het direct kan opzuigen. Het is net een drug…”

Punkrock granddad

De U.K. Subs mochten proeven aan het succes in hun begindagen, een aantal hitjes en televisieoptredens tussen 1976 en 1981. De frontman wuift die momenten weg, maar het is een feit dat de U.K. Subs standvastig in het ondergrondse zijn gebleven. Live spelen in kleine clubs en kraakpanden, met meestal meer dan 150 shows per jaar. Harper had het niet anders gewild, blijkt uit zijn heftige reactie op de vraag of er geen succesdroom was: “Ik haat, haat, haat commerciële muziek! Muziek maken om geld is precies wat mis is in de wereld. Wij hebben nooit écht hits gehad, maar we maakten één keer een commercieel nummer en nu ben ik gedoemd om dat live te spelen - hij refereert naar ‘Keep on Running'. Het publiek vindt het leuk. Ik speel liever in DIY-clubs, waar je echte mensen hebt, een community. Als we bij een chique concertzaal komen, wordt er op je neergekeken als punker. Het is vaker voorgekomen dan je zou denken dat ons de toegang tot een zaal ontzegd werd waar wij moesten optreden. Dus dan klim je maar weer door een raam ergens… Nu we wat ouder zijn, laten ze ons gewoon een uur buiten wachten.” 

Het grote succes bleef uit, maar onder muzikanten kent de band veel aanzien. Geen villa’s of de begeerde boot voor de zanger, maar wel veel respect. Een ‘heroic old soldier’ en ‘folk hero’ noemde The Guardian hem, maar hij staat ook bekend als de ‘Godfather of punk’ en tegenwoordig als ‘punkrock granddad’. “Dat is een goeie, want mij kleinzoon speelt in een punkband, genaamd Jar of Blind Flies. Dus ik ben daadwerkelijk een trotse opa! Hij speelt ook in een aantal andere bands. In Engeland noemen ze me soms gekscherend ‘legend’, in Australië ‘icon’. Ik neem het met een korrel zout, maar Godfather is een compliment en als ik mensen inspireer om instrumenten op te pakken is dat goed. Geen idee wie dan de vader van punk is, dat lijkt me typisch een omschrijving die Johnny Rotten aan zichzelf toekent.”

UK Subs
Foto: Rob Frey | U.K. Subs in Effenaar 1981

Punk is not dead

Is er nog een plek voor punk? Is er nog genoeg om boos op te zijn? Bij vragen als deze, gaan de ogen van Harper een stukje verder open. Er klinkt een lach op de achtergrond, want zijn vrouw weet wat er gaat komen. Brexit, de overheid, Schotse onafhankelijk en de ‘Better Together’ campagne (oh, ironie), maar ook armoede, de Tories en Labour krijgen het ervanlangs. “Oh, don’t start me there… Prijzen zijn hoog, energiekosten zijn hoog, mensen hebben het ontzettend zwaar. Dus we doneren aan ‘soup kitchens’ (denk aan de voedselbank, red.). Ik ben een punker die vroeger straatmuzikant en bedelaar was. Een ‘soup kitchen’ is voor mij gewoon normaal, maar mensen kijken neer op je als je hulp nodig hebt. Niemand zou zich moeten schamen hiervoor. Het zijn fantastische plekken, waar je mensen kan ontmoeten en waar je kameraadschap voelt. Die mensen proberen hun weg te vinden, om te overleven. Daar hoeft niemand zich voor te schamen. Het is juist schandalig dat in een rijk land als het onze, mensen dit soort problemen hebben. Hetzelfde geldt voor het vluchtelingenbeleid, we hebben genoeg.”

Het maakt hem oprecht kwaad, het idee dat de ene persoon beter is dan de ander. Het neerkijken op mensen, wat hij zelf dus ook vaak genoeg meegemaakt heeft: “Dat is waarom ik graag in DIY-clubs speel, en waarom we alles laten doen door mensen die onze idealen delen. Punk draait om die gemeenschap, om samen mooie dingen doen. Als je in een punkclub speelt, dan is dat allemaal liefde. Niet zoals in de politiek, waar iedereen voor zichzelf bezig is en het om geld draait. Let’s have some ******* fair play for the people!” 

Levenslang fan

Harper volgt de scene dan ook op de voet, vooral in Brighton, en punk is springlevend beweert hij. Hij is zo enthousiast als een tiener over de nieuwe bands die hij ontdekt in de levendige scene van zijn thuisplaats. Het moet wel wat rauwer klinken voor deze levenslange fan. We stuurden hem een aantal samples om te beluisteren, maar die waren toch net te gepolijst. “Die nummers waren wat commerciëler, een beetje ‘kindergarten punk’ voor mijn oren. Het is niet slecht hoor, maar te gelikt voor mij.” De band van kleinzoon Marley Perez is een favoriet, te meer vanwege de getalenteerde zangeres. Charlie is helemaal aan boord met het idee van ‘girls to the front’ en meer ruimte in de scene. Hij is dan ook erg enthousiast over stemmen die zich keihard uitspreken tegen misstanden: “Amyl & The Sniffers is een grote favoriet van mij, maar ook Screaming Females uit Brighton en Bad Cop/Bad Cop. Allemaal bands die geen blad voor de mond nemen. They tell it like it is!” 

De luistertest

We hebben Charlie dus drie samples van de nieuwe generatie bands toegestuurd om te luisteren. Dat waren ‘Letting Go’ van Call It Off, ‘Whiskey Water’ van Mobina Galore en ‘Belastingdienst’ van Hang Youth. Waarvan je Call It Off en Hang Youth dit najaar nog in Effenaar kan spotten.

Call It Off - Letting Go

“Dit klinkt erg Amerikaans, en het doet me erg aan Green Day denken. Dit zou zomaar een nieuw nummer van Green Day kunnen zijn. Het is te commercieel naar mijn smaak, maar wel goed hoor.”

Mobina Galore - Whiskey Water

“Ook dit klinkt behoorlijk commercieel in mijn oren. Ik hoor bands vooral live, moet ik bekennen, dus misschien moet je niet te veel naar mij luisteren. Ik zeg gewoon wat ik vind, maar dat moet je niet als oordeel zien. De zang is wel echt briljant bij deze band. Erg goed, maar niet mijn ‘cup of tea’ op plaat.”

Hang Youth - Belastingdienst

“Dit vind ik interessant! Wie zijn dit? Wat is de titel? Dit klinkt minder poppy en veel meer punky! Ik ben benieuwd waar dit over gaat, want het heeft wel iets rauws.” Hang Youth uitleggen in het Engels blijkt lastig, maar ze hebben er een nieuwe fan bij!

Charlie luistert normaal weinig naar platen, hij gaat bands live zien. Wel bekent hij dat de nieuwe plaat van Rancid in de auto ligt, een band die hij hoog heeft zitten. Gitarist/zanger Lars Frederiksen speelde zelfs kort in de U.K. Subs.

Doorzetten en harde vingers

Er is dus duidelijk noodzaak om de punkscene in leven te houden. Zeker nu de U.K. Subs stoppen met toeren - niet met spelen dus, laat dat heel duidelijk zijn. Harper heeft met een halve eeuw ervaring een paar tips voor muzikanten die in zijn voetsporen willen treden: “Het is simpel eigenlijk, je moet doorzetten. Als je band je achterlaat in je bed, zoek je een nieuwe band. Als je wil toeren, speel dan waar je kan. Als je wil gitaarspelen, speel dan elke dag, al is het maar een paar minuten per keer. Laat je gitaar dus gewoon rondslingeren, dat is makkelijker dan altijd wegstoppen in een case. Werk hard en ga ervoor, dat is wat ik heb gedaan. Het is een prachtig leven en de wereld ligt voor je open vol prachtig mensen. Maar dat gaat niet vanzelf en je moet doorzetten en nooit opgeven. Dat is het beste advies wat ik kan geven. Wat je erin stopt, krijg je ook terug.” Charlie denkt even na of hij nog meer wijsheid heeft en voegt na een paar tellen toe: “Oh, en zorg dat je vingertoppen hard blijven. Dan klinkt je gitaar gewoon veel beter en krijg je geen blaren. Dus; ga ervoor en hou je vingers hard!” 

Laatste keer Nederland?

Dus, op 1 juli staat de U.K. Subs voor de laatste keer in de Effenaar. De frontman heeft er zin in: “We hebben veel shows voor volle zalen gespeeld de laatste tijd en dat was goed. We hebben altijd met veel plezier in Nederland getoerd. Ik weet nog goed dat we in Rotterdam speelden en een punker kwam naar ons toe en zei: “Weet je, punk is niet in de mode in Nederland dit jaar…”. Dat schreef ik laatst op voor mijn boek en ik moest erom lachen. Het is zo typisch voor Nederland. Jullie zijn altijd zo op de hoogte van de laatste trends en subculturen binnen punk. In Engeland kies je een ding en daar blijf je bij. Jullie staan open voor nieuwe dingen, dat waardeer ik.” Misschien is het wel de laatste keer U.K. Subs. Nog altijd met evenveel passie en energie als in 1979 en daarom zal deze band sowieso nooit uit de mode zijn.

Contact

Dommelstraat 25611 CK Eindhoven

info@effenaar.nl+31 (0)40 311 83 12